Symptomen:
Hartritmestoornissen bestaan in vele verschillende soorten. Meestal zijn ze onschuldig, maar sommige kunnen potentieel gevaarlijk of levensbedreigend zijn. Alle ritmestoornissen kunnen onderstaande symptomen doen voorkomen:
- Snellere hartslag, hartkloppingen
- Benauwdheid
- Duizeligheid
- Flauwvallen
Diagnose
In zowel de boezems als in de kamers van het hart kunnen snelle ritmestoornissen voorkomen. Belangrijk is te weten dat boezemritmestoornissen in het algemeen onschuldig zijn. Snelle ritmestoornissen in de hartkamers daarentegen kunnen gevaarlijk zijn. In zo’n gevaarlijke situatie kan het hart zo snel gaan kloppen dat het niet meer efficiënt kan pompen. Soms, door een elektrische shock toe te dienen - bijvoorbeeld met een AED-apparaat – is dit een eerste redmiddel om de ritmestoornis te stoppen. In een spoedsituatie kan dit zelfs door een leek gedaan worden als er geen professionele zorgverlener voorhanden is.
Als u een verhoogd risico op snelle kamerritmestoornissen heeft, kan er klein shock-apparaat (ICD of 'internal cardio defibrillator') in uw lichaam geïmplanteerd worden. Vooral bij mensen met belangrijke structurele afwijkingen aan hun hartspier, zoals een verminderde pompfunctie na een infarct, hartfalen of een hartspierziekte komen deze potentieel zeer gevaarlijke ritmestoornissen voor. Ook bij bepaalde erfelijke ziekten kunnen sommige mensen de kans lopen op dit soort ritmestoornissen.
Zijn de ritmestoornissen het gevolg van een acuut hartinfarct, dan wordt u niet met een ICD behandelt. In dat geval bestaat de behandeling uit medicijnen en een eventuele dotterbehandeling of omleidingsoperatie. Deze vorm van behandelen is gericht op het voorkomen van een nieuw hartinfarct.
Bijeffecten
Ritmestoornissen in uw hartkamers zijn meestal niet te voorkomen met een ICD, maar een ICD kan ritmestoornissen wel stoppen, en daarmee een leven redden. Maar de ingebouwde techniek van de ICD kan soms de ritmestoornis al stoppen door kleine prikkeltjes in het hart te geven. Lukt dit niet, geeft de ICD een sterke elektrische shock. Deze sterke schok - die is levensreddend - wordt vaak niet bewust meegemaakt. In de meeste gevallen bent u, door de gevolgen van de ritmestoornis, dan al buiten bewustzijn geraakt, zodat u deze levensreddende shock niet bewust meemaakt.
Hoewel de technek steeds beter wordt, is het soms voor de ICD moeilijk een onderscheid te maken tussen gevaarlijke ritmestoornissen en ongevaarlijke ritmestoornissen of elektrische storingen. Uiteraard zal bij onduidelijkheid de ICD het zekere voor het onzekere nemen en een shock geven. Gelukkig neemt met de modernste ICD-technologie de kans op onterechte shocks steeds verder af, maar helemaal is dat niet te voorkomen. In het geval dat u nog bij bewustzijn bent en u krijgt een schok, dan ervaart u die schok zeer waarschijnlijk als een harde, pijnlijke klap.
Net als na een hartinfarct, mag u twee maanden na de implantatie van een ICD geen auto rijden. Dat is ook het geval als u een schok heeft gekregen; ook dan mag u twee maanden niet zelf een voertuig besturen.
Behandeling
De implantatie van een ICD is een kleine ingreep; meestal wordt deze onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Net als bij het inbrengen van de pacemaker, wordt via een kleine snee onder het linker sleutelbeen één of twee dunne draden door een ader naar uw hart geschoven. Deze draden worden aan de ICD-box bevestigd die onder de huid geplaatst wordt. Om de werking van de ICD te testen wordt er soms een een kamerritmestoornis opgewekt. Daar dit voor u erg onprettig is, gebeurt dit onder narcose.
Het is belangrijk de eerste weken voorzichtig aan te doen met de schouder, om losraken van de draden te voorkomen. Ook kan de operatiewond de eerste dagen wat gevoelig zijn. Hoe verleidelijk dat ook is, het is daarom beter om niet gelijk actief te gaan sporten.
Net als bij de pacemaker, gaat de batterij van de ICD tussen de 5 en 10 jaar mee. Deze spanning van de batterij wordt regelmatig gecontroleerd, en als de batterij leeg raakt wordt er een geheel nieuwe ICD geplaatst. Deze wordt dan aangesloten op de reeds eerder geplaatste draden.
De subcutane ICD is een nieuwe ontwikkeling. Bij deze ICD zijn geen draden meer met het hart verbonden, maar is er een onderhuidse draad naast het borstbeen. Niet iedereen komt voor deze ICD in aanmerking.
Medicatie
Als u eenmaal een ICD heeft, zullen de meeste mensen medicijnen voor het hart moeten gebruiken. Soms zijn dat specifieke medicijnen om ritmestoornissen te voorkomen, zoals amiodaron (Cordarone®), maar vaak ook betablokkers en andere medicijnen.
Medische bezoeken
Als de ICD eenmaal geïmplanteerd is moet het apparaat met tussenpozen gecontroleerd worden. Middels een speciale computer wordt er draadloos met de ICD contact gemaakt, om allerlei gegevens af te lezen, zoals de werking van de draden, de batterijcapaciteit, en eventuele ritmestoornissen. Gelukkig hoeft u tegenwoordig niet meer naar het ziekenhuis voor alle metingen. In sommige gevallen kan de informatie van de ICD via een telefoonnetwerk doorgestuurd worden. Op deze manier kan een probleem of ritmestoornis al tussen controles door ontdekt worden. Uiteraard wordt ook bij elke controle de capaciteit van de batterij gemeten. Als het nodig is, zal deze vervangen worden. Dit wordt altijd tijdig gedaan. Controle van de ICD kan soms in een ander ziekenhuis gebeuren, maar uw eigen cardioloog blijft uw situatie ook altijd poliklinisch volgen.
Wat is de invloed op uw leven?
Het tijdelijk niet mogen autorijden is een van de consequenties na een implantatie van een ICD. Het idee dat u een schok kunt krijgen, of een ritmestoornis heeft, kan voor angst zorgen, wat uw gemoedstoestand weer kan beïnvloeden. In het algemeen echter kunt u grotendeels uw normale leven vervolgen, en daar hoort sporten en reizen bij.